bereidingstijd; ca. 25 minuten
Dit recept staat in het boek Boekoe Bangsa, maar aangezien
ik niet dol ben op aubergine heb ik die weggelaten en voor de ‘little gem’ heb
ik kropsla genomen (is een stuk goedkoper).
Het heeft iets van gado gado, maar de saus is iets anders.
Zo heb ik deze overheerlijke groentesalade gemaakt:
Voor de dressing:
6 sjalotjes, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek (of meer naar smaak)
stukje trassie
2 eetlepels pindakaas
1 eetlepel ketjap manis
sap van 1 limoen
zout naar smaak
2 eetlepels zonnebloemolie
1 rode ui, in superfijne ringen
½ kropsla, fijngesneden (gewassen en uitgelekt)
1 komkommer, gewassen (ongeschild) en in schijfjes gesneden
250 gr sperziebonen, net de kook erover (moeten hard
blijven) en laat af koelen.
kopje ongezouten pinda’s
Allereerst de sperziebonen blancheren en af laten koelen.
Maak de dressing: Fruit de sjalotjes glazig in de olie, voeg
de sambal en de trassie toe en fruit ze mee. Maal het mengsel in een
tjobek/vijzel of keukenmachine fijn. Voeg wat water toe, de ketjap, limoensap
en zout. Het moet een smeuïg substantie worden. Voeg de uiringen toe en laat
even staan.
Doe kropsla, schijfjes komkommer en de sperziebonen erbij. Giet
de dressing erover en strooi de pinda’s tot slot over de oelang oelang. (Op het
internet staan er enkele in het Bahasa Indonesia; die ga ik binnenkort vertalen).
15 augustus gegeten met de Heemskerkse Polletjes en zij vonden dit lekker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten